Noaberschap in de lokale uitvaart

Noaberschap in de lokale uitvaart

Het Noaberschap in de lokale uitvaart is geplaatst op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland.

Noaberschap kan het best vertaald worden als ‘burenhulp’ of ‘bijstand’. Binnen deze traditie waren buren van oudsher met elkaar verbonden in rollen als noodnoabers en gewone noabers. Op momenten dat hulp nodig was, bijvoorbeeld bij een geboorte of overlijden, kon er dus altijd op de buren worden gerekend, waardoor de traditie de functie had van wat we nu een natura-verzekering zouden noemen.

Er kwam echter in die jaren geen vergoeding of geld aan te pas. Al het werk rondom een uitvaart werd door noabers gedaan. Het regelen van begrafenissen was dus een taak van een dorpsgemeenschap. Wanneer iemand overleed was het de gewoonte om onmiddellijk de naaste buren daarvan in kennis te stellen, al was het midden in de nacht. Gebruikelijk was dat de vijf buren aan weerszijden van het sterfhuis medeplichtig waren. Deze buren hadden tot taak alles te regelen wat in verband met het sterfgeval nodig was. Het was niet van belang in welke verhouding de noabers tot de overledene stonden of tot welk kerkgenootschap zij hoorden, naaste familie had op dat moment geen plichten.

Al het werk rondom een uitvaart werd door de noabers gedaan. Iemand uit de buurt deed aangifte van het overlijden op het gemeentehuis. Anderen zorgen voor het wassen en in de kist leggen van de overledene. De kist werd door de plaatselijke timmerman gemaakt. De aanzegger ging langs de huizen om namens de familie te vertellen dat die persoon was overleden.

TIJDEN ZIJN VERANDERD!

In de geest van deze mooie traditie van vroeger wordt de noaberschap overgenomen door een uitvaartvereniging. Uitvaartvereniging Borger en Omstreken is zo’n vereniging die op eigentijdse wijze inhoud geeft aan deze eeuwenoude traditie.
Ze is niet uit op winstbejag, waardoor de contributie laag blijft maar wel de zorg draagt voor een waardige uitvaart van een overleden naober!

Het verkrijgen van het predicaat immaterieel cultureel erfgoed is een hart onder de riem voor de vele bestuurders en vrijwilligers van uitvaartverenigingen die zich inspannen voor het Noaberschap.